Rapport

Energiebesparing in de gebouwde omgeving

Netbeheer Nederland heeft CE Delft gevraagd een studie uit te voeren over energiebesparing in de gebouwde omgeving in Nederland en in het bijzonder de inrichting van een Energiebesparings(EB)-systeem om energiebesparing sneller van de grond te laten komen. In de gebouwde omgeving zijn er verschillende soorten energiebesparingsmaatregelen die allemaal bij kunnen dragen:

  • comfortniveau aanpassen (bijv. stooktemperatuur omlaag en trui aan, minder apparaten);
  • gebruiksgedrag veranderen (bijv. lagere temperatuur bij afwezigheid);
  • investeringen in isolatie van de schil van het gebouw;
  • investeringen in de ventilatie/verwarmingsinstallaties;
  • keuze van de energiedragers (duurzame warmte i.p.v. aardgas).

Om zo goedkoop mogelijk de verduurzaming te realiseren zullen in principe alle maatregelen gestimuleerd moeten worden, juist de goedkope.

Om de doelstellingen uit het Energieakkoord van 100 PJ extra energiebesparing te halen zijn aanvullende inspanningen nodig (ter grootte van 20 PJ), dat is afgesproken tussen het Rijk en de Commissie Borging Energieakkoord. Het Kabinet overweegt extra stimuleringsmaatregelen om energiebesparing in de gebouwde omgeving via energieleveranciers (of netbeheerder) af te dwingen.

In deze studie is op basis van eerder uitgevoerd onderzoek, in beeld gebracht welke beleidsinstrumenten tot energiebesparing en hernieuwbare energie kunnen leiden in de gebouwde omgeving. Van generieke naar meer specifieke beleidsinstrumenten is de doelmatigheid en doeltreffendheid in beeld gebracht (Hoofdstuk 2). Vervolgens is, vanwege de noodzaak om in korte tijd 20 PJ te besparen, nader onderzocht welke mogelijkheden er zijn om een vorm van energiebesparingscertificaten te ontwikkelen. Hierbij is gebruik gemaakt van de evaluatie van de Europese richtlijn voor energie-efficiency (Hoofdstuk 3). Tot slot is gekeken naar de mogelijkheid om flankerend beleid te voeren om belangrijke knelpunten te helpen oplossen (Hoofdstuk 4).

Auteurs