In deze studie wordt een berekening gemaakt van de extra winsten die sectoren en bedrijven onder het EU ETS hebben geboekt van 2008 tot en met 2014, waarbij drie soorten winst worden onderscheiden:
Voor 15 sectoren (vooral de meest vervuilende) in 19 landen zijn de winsten in elk van deze categorieën van 2008 tot en met 2014 berekend. De in deze studie gemaakte analyse verschilt van die in voorgaande studies over dit onderwerp doordat wij hebben gecorrigeerd voor toewijzing van afvalgassen aan de ijzer- en staalindustrie; deze zijn nu op statistische basis aan de elektriciteitssector toegewezen. Naar onze mening ontstaat hierdoor in vergelijking met andere studies een betere raming van de mate van overallocatie aan de ijzer- en staalindustrie.
Onze resultaten laten zien dat de Europese industrie tussen 2008 en 2014 als gevolg van overallocatie extra winsten boekten ter waarde van meer dan 8 miljard euro. Er zijn aanzienlijke nationale verschillen in de mate van overallocatie. Zo zijn in Spanje de grootste winsten geboekt: in totaal meer dan 1,6 miljard euro. In Zweden zijn zo’n 33% emissierechten bovenop geverifieerde emissies toegewezen, waardoor ook het Zweedse bedrijfsleven behoorlijke extra winsten heeft kunnen boeken. In relatieve termen vond de minste overallocatie in Slovenië en Polen plaats, waar 88% van de toegewezen emissierechten voor naleving gebruikt moesten worden, zodat 1/8 van de rechten beschikbaar was voor verkoop op de koolstofmarkt. De extra winsten door overallocatie zijn vooral tussen 2008 en 2012 gemaakt.