Rapport

Calculation of additional profits of sectors and firms from the EU ETS 2008-2015

In deze studie wordt een berekening gemaakt van de extra winsten die sectoren en bedrijven onder het EU ETS hebben geboekt van 2008 tot en met 2014, waarbij drie soorten winst worden onderscheiden:

  1. Winsten uit overallocatie van gratis emissierechten. In veel sectoren/landen zijn gratis rechten toegekend bovenop geverifieerde emissies, waardoor bedrijven extra winst hebben kunnen maken door deze extra rechten op de markt te verkopen.
  2. Winsten door gebruik van goedkopere CDM/JI-rechten voor naleving van verplichtingen, iets wat bedrijven tot zekere hoogte was toegestaan. Hierdoor zijn extra winsten ontstaan, omdat veel bedrijven deze rechten voor naleving hebben gebruikt en de uitgespaarde gratis verkregen emissierechten op de ETS-markt hebben verkocht.
  3. Winsten uit doorberekening van de opportuniteitskosten van gratis verkregen emissierechten. Er is ruim empirisch bewijs dat bedrijven (een deel van de) CO2-kosten in productprijzen hebben kunnen doorberekenen. Hoewel de emissierechten gratis waren verkregen, is het de meeste sectoren dus gelukt de opportuniteitskosten van deze rechten in productprijzen door te berekenen, waardoor er zogenaamde windfall profits zijn ontstaan.

Voor 15 sectoren (vooral de meest vervuilende) in 19 landen zijn de winsten in elk van deze categorieën van 2008 tot en met 2014 berekend. De in deze studie gemaakte analyse verschilt van die in voorgaande studies over dit onderwerp doordat wij hebben gecorrigeerd voor toewijzing van afvalgassen aan de ijzer- en staalindustrie; deze zijn nu op statistische basis aan de elektriciteitssector toegewezen. Naar onze mening ontstaat hierdoor in vergelijking met andere studies een betere raming van de mate van overallocatie aan de ijzer- en staalindustrie.

Onze resultaten laten zien dat de Europese industrie tussen 2008 en 2014 als gevolg van overallocatie extra winsten boekten ter waarde van meer dan 8 miljard euro. Er zijn aanzienlijke nationale verschillen in de mate van overallocatie. Zo zijn in Spanje de grootste winsten geboekt: in totaal meer dan 1,6 miljard euro. In Zweden zijn zo’n 33% emissierechten bovenop geverifieerde emissies toegewezen, waardoor ook het Zweedse bedrijfsleven behoorlijke extra winsten heeft kunnen boeken. In relatieve termen vond de minste overallocatie in Slovenië en Polen plaats, waar 88% van de toegewezen emissierechten voor naleving gebruikt moesten worden, zodat 1/8 van de rechten beschikbaar was voor verkoop op de koolstofmarkt. De extra winsten door overallocatie zijn vooral tussen 2008 en 2012 gemaakt.