CE Delft is een belangrijke speler op het gebied van onderzoek naar de circulaire economie. In een circulaire economie vindt hergebruik van materialen plaats terwijl zoveel mogelijk waarde wordt behouden. Dit leidt tot vermindering van het gebruik van grondstoffen, heeft milieuvoordelen en maakt ons minder afhankelijk van grondstoffen die vaak maar beperkt voorradig zijn in de wereld.
Circulaire economie is een belangrijk beleidsthema, nationaal, regionaal én Europees. Het Rijksbrede programma circulaire economie richt zich op 50% minder gebruik van primaire grondstoffen in 2030 en een volledig circulaire economie voor 2050. De EU noemt vergelijkbare doelen in haar actieplan voor een circulaire economie.
Het RIVM heeft met TNO en CE Delft een methode ontwikkeld om te kunnen onderzoeken hoe effectief circulair inkopen nu is, én hoe effectief het zou kunnen zijn.
CE Delft stelt kostencurves op om een business case te duiden. Zo hebben we voor het Planbureau voor de Leefomgeving indicatoren ontwikkeld om waardebehoud in de circulaire economie te kunnen meten.
CE Delft heeft veel kennis over kosten en baten van statiegeld. Denk aan inzamelkosten voor de supermarkt of de maatschappelijke kosten van zwerfafval,
CE Delft heeft onder andere onderzoek uitgevoerd naar de verbreding van SDE++subsidies naar circulaire- en biobased maatregelen en hergebruik van CO2 (CCU).
Voor het Planbureau voor de Leefomgeving brengen we technische maatregelen in kaart (ook wel de R-ladder genoemd) om meer circulair te worden (bijvoorbeeld door het delen van producten, levensduurverlenging en recycling).