Rapport

Duurzame bedrijventerreinen Utrecht. Routes naar CO₂-vrije bedrijventerreinen

Doel van het onderzoek
Het doel van dit onderzoek was om van alle door de gemeente geselecteerde bedrijventerreinen inzichtelijk te krijgen hoeveel en wat voor energie er wordt gebruikt, zowel elektriciteit als gas. Vervolgens hebben we per bedrijventerrein in kaart gebracht wat de opties zijn voor een duurzame energievoorziening en wat de kosten hiervan zijn. Voor alle bedrijventerreinen die zijn meegenomen in dit onderzoek is een factsheet gemaakt, waarin de kenmerken van het bedrijventerrein zijn opgenomen en de kansrijke routes naar CO₂-vrij zijn weergeven. Daarnaast is een routekaart opgesteld om de bedrijven, de gemeente en overige stakeholders verder te helpen met het maken van een plan naar een CO₂-vrij bedrijventerrein.

Energieverbruik
Het huidige energieverbruik is bepaald op basis van openbare data en de database van VTH (Vergunningen, Toezicht en Handhaving), die de gemeente beschikbaar heeft gesteld. Gemiddeld is per bedrijventerrein het energieverbruik uit aardgas ongeveer net zo hoog als het energieverbruik uit elektriciteit. Slechts drie van de negen onderzochte bedrijven­terreinen bestaat een aanzienlijk deel van het gasverbruik uit procesgas.

Isoleren
Isolatie kan tot forse besparing van de warmtevraag leiden op de bedrijventerreinen. Het is afhankelijk van de leeftijd van de panden hoeveel bespaard kan worden. Voor LT-warmte­oplossingen is het nodig om de gehele schil naar een Rc-waarde van 3,5 te isoleren. Op de bedrijventerreinen waar het merendeel van de gebouwen is gebouwd ná 1990, zijn minder isolerende maatregelen nodig om het bedrijventerrein geschikt te maken voor LT-warmte.

Elektrificatie processen.
Elektrificatie is in de meeste gevallen de meest logische optie voor het verduurzamen van de industriële processen. Voor de meeste van de gebruikte processen op de bedrijven­terreinen zijn al elektrische alternatieven commercieel verkrijgbaar. De elektrische apparaten hebben dezelfde functionaliteit als de huidige gasgestookte apparatuur. De overstap naar elektrische apparaten heeft wel wat aandachtspunten, namelijk een vereiste investering, de prijs van elektriciteit ten opzichte van het huidige aardgas, en de netaansluiting die mogelijk verzwaard moet worden.

Kosten
Een belangrijke factor voor de keuze voor een bepaalde warmteoptie zijn de kosten. Binnen dit project is gekeken naar de maatschappelijke kosten (alle kosten die de maatschappij moet maken ongeacht degene die de investeringen moet doen of wie de voordelen krijgt) en de eindgebruikerskosten (gebaseerd op de kosten die de bedrijven moeten maken om hun warmte­voorziening en/of processen van het aardgas af te krijgen en de baten die dit oplevert).

Bevindingen met betrekking tot de kosten zijn:

  • De maatschappelijke kosten van duurzame warmteopties liggen over het algemeen dicht bij elkaar. Op basis van deze kosten kan daarom nog geen keuze worden gemaakt voor een techniek.
  • De maatschappelijk goedkoopste CO2-vrije opties per bedrijventerrein in 2030 zijn qua kosten vergelijkbaar met de kosten van hr-ketels op aardgas in 2030. Uit kosten­perspectief zou het daarom voor de maatschappij geen belemmering moeten zijn om over te stappen. Wél zijn er vaak hoge initiële investeringen nodig.
  • In het algemeen zijn HT/MT-warmtenetten het goedkoopste voor eindgebruikers, maar de beschikbaarheid van restwarmte is beperkt. Het technisch potentieel van geothermie is wel hoog, maar deze warmte is niet op korte termijn beschikbaar.
  • LT-oplossingen zijn voornamelijk interessant op terreinen met gebouwen die na 1995 zijn gebouwd, aangezien hier minder/geen isolatie nodig is.

Auteurs