Rapport

Evaluatie onbelaste reiskostenvergoeding

In opdracht van het ministerie van Financiën heeft CE Delft samen met Significance de onbelaste reiskostenvergoeding geëvalueerd. Deze regeling biedt werkgevers de mogelijkheid om werknemers een onbelaste vergoeding te geven voor gemaakte reiskosten voor zakelijk en/of woon-werkverkeer.

Met deze evaluatie geeft het ministerie invulling aan de verplichting om alle fiscale regelingen periodiek te evalueren (volgens de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek). In deze studie is er daarnaast een verkenning uitgevoerd naar de vraag van de Tweede Kamer om meer inzicht te krijgen in mogelijkheden om de reiskostenvergoeding te moderniseren.

De belangrijkste bevindingen van de evaluatie zijn:

  • De doelen van de regeling zijn niet duidelijk en SMART geformuleerd in de wettekst of specifieke beleidsdocumenten. Op basis van een reconstructie van de beleidsgeschiedenis zijn twee waarschijnlijke hoofddoelen geïdentificeerd:
    • het verhinderen dat de vergoeding die werknemers ontvangen voor zakelijk gemaakte kosten ten onrechte belast worden als loon;
    • het (fiscaal) ondersteunen van een goed functionerende arbeidsmarkt.

De precieze invulling van beide doelen is echter onduidelijk.

  • De regeling is doeltreffend met betrekking tot beide bovenstaande doelen. De maximale onbelaste reiskostenvergoeding die momenteel verstrekt mag worden is voldoende om de variabele reiskosten voor kleine en middenklasse auto’s in de meeste gevallen onbelast te vergoeden. Daarnaast draagt de regeling bij aan een beter functionerende arbeidsmarkt, o.a. door het faciliteren van een betere geografische matching van vraag en aanbod van arbeid.
  • De regeling heeft enkele belangrijke negatieve neveneffecten, waaronder de forse bijdrage aan de congestie en de uitstoot van broeikasgas- en luchtvervuilende emissies.
  • De regeling is naar verwachting doelmatig, wat inhoudt dat de doelen waarschijnlijk niet goedkoper kunnen worden gerealiseerd via een ander beleidsinstrument. Daarnaast laat de studie zien dat de maatschappelijke baten van de regeling (vooral in de vorm van een beter functionerende arbeidsmarkt) waarschijnlijk in dezelfde ordegrootte of boven de maatschappelijke kosten (onder andere congestiekosten, milieukosten) liggen.

De verkenning van mogelijke aanpassingen van de regeling laat zien dat er mogelijkheden zijn om de negatieve milieu- en congestie-effecten van de regeling (aanzienlijk) te verminderen, vooral door de regeling te versoberen. Deze aanpassingen leiden er echter wel toe dat de positieve arbeidsmarkteffecten afnemen. Er bestaat op dit punt een belangrijke trade-off en er is geen aanpassing in de regeling mogelijk waarbij deze twee (maatschappelijke) doelen verenigd worden.

Auteurs