Sinds de rampen in de Bijlmer en Enschede staat externe veiligheid hoog op de politieke agenda. Ook het beleid op het gebied van vervoer van gevaarlijke stoffen wordt onder de loep genomen. De Directie Transportveiligheid van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft CE gevraagd of en zo ja welke mogelijkheden er zijn om de externe kosten van dit vervoer te internaliseren. Achterliggende doelen hiervan zijn om de bedrijfsmatige afwegingen rond het vervoer van gevaarlijke stoffen beter aan te laten sluiten op maatschappelijke belangen, de maatschappelijke rekening van dit vervoer op de juiste plek te leggen de risiconomen tegen lagere kosten te kunnen halen. De externe kosten die samenhangen met ongevallen en bijna-ongevallen met dit vervoer zijn moeilijk kwantificeerbaar, maar liggen waarschijnlijk minstens een ordegrootte lager dan de kosten van het behouden en creëren van vrijwaringszones rond infrastructuur. Deze laatste liggen al snel in de orde van honderden miljoenen per jaar en kunnen nog sterk stijgen als het beleid op dit gebied wordt aangescherpt. Na een eerste scan lijken er – ondanks de moeilijke kwantificeerbaarheid van de externe kosten – een paar interessante opties voor een betere internaliatie te zijn:
De voornaamste aanbeveling is om deze opties verder uit te werken zodat een beter beeld ontstaat van hun voor- en nadelen.