In 2011 is de Green Deal Beton gesloten tussen de ministeries EZ en I&M en 24 deelnemende bedrijven en 7 brancheorganisaties uit de betonketen. Zij werken samen onder de vlag van MVO Nederland in het MVO Netwerk Beton. Deze Green Deal is een ambitieverklaring voor de verduurzaming van de betonsector op de lange termijn (richting 2050). Inmiddels zijn er sector brede onderhandelingen gaande over een te sluiten betonakkoord. Hierin zal het gaan om CO2-reductie, circulariteit, biodiversiteit en sociale aspecten. Deze studie vat de kennis samen die in dit traject is opgedaan over verlagen van de CO2-footprint van de betonketen. Het doel van deze studie is niet om compleet te zijn, maar om bedrijven en beleidsmakers te inspireren om gezamenlijk te verkennen welke verduurzamingsopties door het sluiten van een betonakkoord gerealiseerd kunnen worden en zo kansen te creëren voor de toekomst.
Deze studie is geschreven in opdracht van Rijkswaterstaat in haar rol als deelnemer van MVO Netwerk Beton. In deze studie beschrijft CE Delft 17 verschillende methodes om de CO2-footprint van beton te verminderen. Van iedere opties is berekend hoeveel CO2 er bespaard zou kunnen worden, het reductiepotentieel. Dit reductiepotentieel is berekend op basis van twee aannames:
Daarnaast is berekend wat voor iedere optie de kosten zijn om een ton CO2-emissie te voorkomen, de reductiekosten. De reductiekosten zijn alle meerkosten van een verduurzamingsoptie gedeeld door alle CO2 die niet geëmitteerd wordt door toepassing van een verduurzamingsoptie. Beide factoren gelden over de hele levensduur van de verduurzamingsoptie.
Verder is er sprake van overlap in CO2-reductie tussen technologieën. Er zijn bijvoorbeeld verschillende soorten cementvervangers bestudeerd. Als je de ene toepast op al het beton, kun je de andere niet meer toepassen. Daarom hebben we ook een totaal reductiepotentieel gecorrigeerd voor overlap bepaald. Het totale cumulatieve reductiepotentieel bedraagt 0,9-1,4 miljoen ton CO2 per jaar betreft. De totale CO2-emissie in 2010 was 3,7 miljoen ton CO2.
Omdat er een brede range aan technologieën is verkend van eerste (pilot)testen tot commercieel beschikbare technologieën is ook de volwassenheid van de technologie in kaart gebracht. Want hoe volwassener de technologie is hoe waarschijnlijker het berekende reductiepotentieel. Op basis van de rijpheid van de technologie kan dus gezegd worden dat:
Dit betekent dat bij elkaar 0,9 miljoen ton CO2-reductie per jaar vanaf 2020 waarschijnlijk is, dat is 24% van het totale verbruik in 2010.