Rapport

Vergroening van het fiscale en financiële stelsel

Nederland heeft de afgelopen 15 jaar een belangrijke vergroening van het belastingstelsel doorgevoerd. Groene belastingen hebben inmiddels een aandeel van ca. 14 procent van de totale belastinginkomsten (2004). De meest in het oog springende voorstel is ongetwijfeld de stapsgewijze verhoging van de Energiebelasting (voorheen regulerende energiebelasting). Vergeleken met de relatief grote belangstelling voor vergroening op rijksniveau is de aandacht bij lagere overheden minder groot en versnipperd geweest. Dit was voor het Ministerie van VROM aanleiding om onderzoek uit te laten voeren naar ‘decentrale vergroening’. In het rapport worden nieuwe en bestaande opties op een rij gezet en beoordeeld op milieueffectiviteit, uitvoerbaarheid en draagvlak. Het advies is te zien als een wegwijzer die de brede waaier aan opties enigszins poogt te structureren. De uiteindelijke bijdrage aan het lokale milieubeleid kunnen dan het beste door gemeenten en provincies zelf worden beoordeeld. Vier lokale vergroeningsmaatregelen worden gezien als kansrijk. Eén daarvan is het differentiëren van parkeertarieven naar grootte en milieuklasse auto’s. Deze maatregel kan ertoe bijdragen dat de parkeerdruk afneemt en de stedelijke luchtkwaliteit verbetert. Als eerste stap kunnen gemeenten ervoor kiezen de tarieven van de vergunninghouders te differentiëren. Ook kan gedacht worden aan gedifferentieerde tarieven voor de afvalstoffenheffing (Diftar). Een kwart van de gemeenten werkt daar al mee. Verdere vergroening is ook mogelijk door het milieu een rol te laten spelen bij de aanbesteding van het regionale en gemeentelijke vervoer. Dat kan door in de OV-concessies een milieuparagraaf op te nemen met daarin bijvoorbeeld eisen aan de uitstoot van de voertuigen. Alle gemeenten en provincies worden, middels een brief van het Ministerie van VROM, op de hoogte gesteld van de vergroeningsmogelijkheden. Gemeenten en provincies kunnen vervolgens aan de hand van lokale omstandigheden en voorkeuren zelf beslissen om maatregelen al dan niet in te voeren.