Rapport

Belasting van oppervlaktedelfstoffen

De Miljoenennota 2000 bevat het kabinetsvoornemen van een belasting op in Nederland gewonnen of ingevoerde oppervlaktedelfstoffen (zand, grind, klei e.d.). CE onderzocht, samen met het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid, in opdracht van het Ministerie van Financiën de gevolgen van deze per 1 januari 2001 in te voeren BOD van � 1,75 per ton delfstoffen. Het voornemen van het kabinet past in de plannen voor vergroening van het fiscale stelsel. Een dergelijke belasting leidt tot 2005 tot een afname van ontgrondingen op land met 30 tot 50 hectare (ca. 7%). De afname van bestaand landschap zal ongeveer evenredig beperkt worden; de Noordzeeafgravingen, die voor ecosystemen geen onomkeerbare gevolgen hebben, zullen toenemen met ca. 120 ha. Bijkomende effecten zijn een afname van het energiegebruik bij de delfstoffenwinning op middellange termijn. De besparingseffecten van een BOD op lange termijn zullen echter gering zijn; ook de bevordering van het gebruik van vernieuwbare of secundaire grondstoffen zal slechts beperkt zijn. Voor de betrokken bedrijfstakken (industrie en bouw) leidt een BOD van 2001 tot 2005 tot een verlies in toegevoegde waarde van 30 tot 210 miljoen en een verlies van 760 tot 1.600 arbeidsplaatsen. Dat laatste zal vooral in de grensstreek voelbaar zijn als gevolg van een verslechterde concurrentiepositie ten opzichte van België en Duitsland.

Auteurs

Meer over