Rapport

Belastingen en heffingen in de luchtvaart. Aanvullingen op de studie ‘De prijs van een vliegreis’

In opdracht van het Ministerie van I&W heeft CE Delft in beeld gebracht wat de ontwikkeling is van de luchtvaart gerelateerde belastingen, heffingen, gelden en (kosten van) verhandelbare emissierechten in Nederland. Dit is gedaan voor de jaren 2018 – 2030. Deze analyse vormt een actualisatie van een soortgelijke analyse die door CE Delft in de studie ‘De prijs van een vliegreis – Editie 2023’ is uitgevoerd. De analyse laat zien dat de belastingen en heffingen op de luchtvaart de afgelopen jaren zijn toegenomen, o.a. door invoering van de vliegbelasting.

In dit deel van de studie hebben we bekeken op welke wijze luchtvaartmaatschappijen omgaan met de stijgende belastingen en heffingen. Hierbij hebben we de volgende twee vragen onderzocht:

  1. Welk deel van de belastingen/heffingen wordt door luchtvaartmaatschappijen doorberekend aan de passagiers en welk deel van de kosten neemt de luchtvaartmaatschappij zelf op zich?
  2. Hoe worden de doorberekende kosten van belastingen/heffingen vervolgens doorluchtvaartmaatschappijen (strategisch) verdeeld over de passagiers?

Op basis van een literatuurstudie concluderen we dat verhogingen van belastingen en/of heffingen in de luchtvaart door luchtvaartmaatschappijen waarschijnlijk grotendeels doorberekend worden in de ticketprijzen. Hoe deze hogere kosten precies in de prijzen van individuele tickets terecht komen, is minder duidelijk. Doordat luchtvaartmaatschappijen zeer dynamische en vraaggebaseerde prijsstrategieën toepassen, is het moeilijk vast te stellen hoe ze de kosten van hogere belastingen en heffingen doorberekenen aan individuele reizigers. Wel kunnen er enkele algemene principes herleid worden:

  • Luchtvaartmaatschappijen zullen stijgingen in belastingen en heffingen vooral meer dan evenredig door gaan berekenen aan passagiers met een lage prijsgevoeligheid (zakelijke reizigers, businessclass-reizigers, passagiers op lange vluchten).
  • Luchtvaartmaatschappijen die zich zowel op competitieve als minder competitieve markten begeven, zullen waarschijnlijk een groter deel van de hogere kosten doorberekenen aan de passagiers op de minder competitieve markten. Op deze markten lopen ze immers minder kans om marktaandeel en daarmee omzet mis te lopen.