Ter ondersteuning van de transitievisie warmte heeft CE Delft de potentiële duurzame warmtebronnen in Katwijk, en de kosten van de mogelijke warmtetechnieken in de gemeente in kaart gebracht. Hiermee heeft de gemeente inzicht heeft gekregen in de mogelijke routes naar aardgasvrij.
De resultaten van dit onderzoek gebruikt de gemeente als input voor haar transitievisie warmte (TVW) en lokale energiestrategie (LES). De LES en de TVW moeten aangeven hoe de gemeente de energietransitie van warmte en elektriciteit gaat aanpakken.
De potentiële duurzame warmtebronnen hebben een technisch potentieel van gezamenlijk 270% van het huidige warmteverbruik van de gebouwde omgeving. Thermische energie uit oppervlaktewater heeft een hoog technisch potentieel, maar deze warmte is van zeer lage temperatuur, waardoor er hoge onrendabele investeringen nodig zijn om gebruik te kunnen maken van dit potentieel. Lagetemperatuurwarmte is daarnaast vaak niet geschikt om over grote afstand te transporteren. Het technisch potentieel van lagetemperatuurrestwarmte is gering in de gemeente. De ondergrond in Katwijk is zeer geschikt voor wko-systemen en kan in combinatie met LT-bronnen worden gebruikt. Het potentieel van geothermie en hogetemperatuurrestwarmte uit de WarmtelinQ kunnen een significante bijdrage leveren aan het invullen van de huidige warmtevraag van de gemeente Katwijk. HT-warmte kan wel langere afstanden afleggen en het potentieel hiervan voor de gemeente Katwijk is dan ook in te zetten door heel de gemeente Katwijk, afhankelijk van de businesscase.
Voor een zevental buurten in de gemeente Katwijk geldt dat het nationale kostenverschil tussen het toepassen van een elektrische warmtepomp en een MT/HT-warmtenet in 2050 erg dicht bij elkaar liggen. Voor de meerderheid van de Katwijkse buurten komt de elektrische warmtepomp het goedkoopst naar voren in 2050, waarbij het kostenverschil in een zestal buurten groter is dan 25%.