Milieudefensie heeft CE Delft gevraagd om een technische doorrekening te maken van de effecten van een set aan maatregelen voor de luchtkwaliteit, die genomen hadden kunnen worden om aan de Europese grenswaarden in 2015 te voldoen. De vraag was om daarbij te kijken welke maatregelen op landelijk of stedelijk niveau genomen hadden kunnen worden, en wat locatiespecifiek aanvullend nog nodig was geweest.
De doorrekening wordt door Milieudefensie ingebracht in het hoger beroep in rechtszaak tegen de Staat. Met deze expertinschatting brengt CE Delft helderheid in het debat, omdat helder wordt hoe de Staat had kunnen voldoen. Het is aan de rechter om te beoordelen of het benodigde pakket proportioneel was geweest.
De volgende generieke maatregelen zijn hierbij door CE Delft aangedragen:
We hebben vooral ingezet op zogenaamde volumemaatregelen, en het terugdringen van dieselvoertuigen in het bijzonder. Verdergaande maatregelen voor verschoning van het wagenpark dragen aanvullend op de milieuzone en schone bussen slechts heel beperkt bij.
Vanwege concentratie van de problematiek in steden, nemen we Amsterdam –de stad met de meeste knelpunten– als uitgangspunt voor het maken van luchtkwaliteitsberekeningen. Maatregelen die de problematiek in Amsterdam kunnen oplossen, kunnen dat naar alle waarschijnlijkheid ook in andere grote steden, al zal ook daar op hardnekkige knelpunten locatiespecifiek beleid nodig zijn.