Rapport

External costs of locally produced cultivated meat compared with three conventional Dutch meat products

In dit onderzoeksproject worden de externe kosten van een lokaal geproduceerd kweekvleesproduct van RESPECTfarms en drie conventionele vleesproducten (kippenvlees, varkensvlees en melkkoeienvlees, geproduceerd in Nederland) geanalyseerd. Er wordt gebruik gemaakt van de True Cost Assessment (TCA) methode. Deze methode omvat momenteel natuurlijk, sociaal en menselijk gezondheidskapitaal, en sluit economisch kapitaal uit.

CE Delft heeft deze studie uitgevoerd samen met Wageningen Economic Research (WEcR). CE Delft heeft de modellering van kweekvleesproductie gedaan met behulp van gegevens van RESPECTfarms. Dit leverde de milieuresultaten die nodig waren om natuurlijk kapitaal te berekenen.

Voor alle producten wordt een 2030-scenario opgesteld, waarbij wordt aangenomen dat de RESPECTfarms-technologie is ontwikkeld tot TRL7. De energie die op de boerderijen wordt gebruikt, wordt deels opgewekt door PV-panelen op staldaken en deels ingekocht van het elektriciteitsnet met de verwachte gemiddelde energiemix in Nederland in 2030 (met een hoger aandeel duurzaam opgewekte energie heeft dan de huidige gemiddelde mix).

In het 2030-scenario worden de totale externe kosten van het lokaal geproduceerde kweekvlees lager ingeschat vergeleken met de drie conventionele vleesproducten.

Er wordt geschat dat in 2030 een overstap van de Nederlandse conventionele productie van kippenvlees, varkensvlees en zuivelvlees naar de lokaal geproduceerde vleesproductie van RESPECTfarms waarschijnlijk:

  • De externe kosten voor natuurlijk kapitaal verlaagt: hoewel de externe kosten van de schaarste aan fossiele hulpbronnen en het schaarse watergebruik zullen toenemen, zullen de externe kosten van luchtvervuiling, watervervuiling en landgebruik afnemen. Voor klimaatverandering zullen de externe kosten van kweekvlees stijgen als kweekvlees kippenvlees vervangt, maar afnemen als kweekvlees varkensvlees en melkkoeienvlees vervangt.
  • De externe kosten voor sociaal kapitaal verlaagt, hoewel niet alle sociale kwesties kunnen worden gekwantificeerd. Vijf redenen hiervoor zijn:
    1. Het vermijden van sociale risico’s bij voerproductie (vooral in vergelijking met de productie van varkensvlees).
    2. Het vermijden van een aanzienlijk aantal sociale risico-uren in de slachthuisfase, en het vermijden van risico’s op een achteruitgang van de longfunctie en toename van de prevalentie van astma in de intensieve primaire sector.
    3. Het verlagen van de externe kosten van dodelijke ongevallen in de primaire sector en slachthuizen, hoewel de bijdrage aan de totale geschatte externe kosten zeer laag is.
    4. Het verminderen van diergerelateerde sociale (welzijns)problemen, vooral als kweekvlees kippenvlees vervangt. Dit komt door het zeer beperkte aantal (donor)dieren dat nodig is voor kweekvleesproductie. Toch moet het dierenwelzijn worden gewaarborgd voor het beperkte aantal dieren dat wordt gebruikt.
    5. Het verlagen van de externe kosten voor de diergezondheid vanwege het verminderde aantal vee, hoewel dit nog grotendeels onbekend is.

Binnen het menselijk gezondheidskapitaal kan geen duidelijke trend in de externe kosten worden waargenomen bij de verschuiving van conventioneel vlees naar kweekvlees, omdat impactstudies hiernaar beperkt zijn. Externe kosten voor economisch kapitaal worden niet geanalyseerd, omdat er momenteel geen methode is ontwikkeld.

Het rapport kunt u hier lezen (alleen beschikbaar in het Engels).

Auteurs

Meer over