Rapport

Kwantitatieve evaluatie van EU klimaatbeleid

Kwantitatieve evaluatie van het EU-klimaatbeleid
Deze studie onderzoekt de impact van het klimaatbeleid van de EU in de periode 2005-2020. De goedkeuring van het klimaat- en energiepakket door de Europese Raad in 2008 markeerde een belangrijke mijlpaal in de betrokkenheid van de EU bij het tegengaan van klimaatverandering. Met de EU 20-20-20-doelstellingen in gedachten – een vermindering van 20% van de uitstoot van broeikasgassen, een aandeel van 20% hernieuwbare energie en een verbetering van 20% in energie-efficiëntie tegen 2020 – werden verschillende beleidspakketten geïmplementeerd. Dit rapport presenteert een uitgebreide ex post evaluatie van deze beleidsmaatregelen, waarbij gebruik wordt gemaakt van een combinatie van top-down en bottom-up benaderingen om de effectiviteit van EU-klimaatbeleid te beoordelen.

Top-down analyse
De top-down benadering omvat een decompositie-analyse van de uitstoot van broeikasgassen met behulp van de Kaya-identiteit, waardoor we inzicht krijgen in de factoren die bijdragen aan veranderingen in de uitstoot. De analyse, die gegevens bevat over de periode 2009-2018, onthult dat de uitstoot in deze periode voornamelijk is toegenomen als gevolg van factoren die meestal buiten het domein van het klimaatbeleid vallen (zoals bevolkingsgroei, economische groei en structurele veranderingen in de economie). Maar andere factoren – energie-efficiëntie, opwekking van hernieuwbare elektriciteit en vermindering van broeikasgasintensiteit – vallen wel binnen het domein van het klimaatbeleid: bijvoorbeeld de Energie-Efficiëntierichtlijn (EED) die van invloed is op energiebesparing (energiegebruik per eenheid toegevoegde waarde) en de Richtlijn Hernieuwbare Energie (RED) en het Emissiehandelssysteem (ETS) die rechtstreeks bijdragen aan de vermindering van broeikasgasintensiteiten (broeikasgasemissies per eenheid energie). De resultaten op EU-niveau suggereren dat energiebesparingen een belangrijke bijdragende factor waren aan de vermindering van de uitstoot. Bovendien droegen de overgang van de EU naar hernieuwbare bronnen en de vermindering van broeikasgas-intensieve brandstoffen positief bij aan het totale effect op de uitstoot.

Bottom-up analyse
Onze bottom-up analyse bestond uit een grondige literatuurstudie waarin de effectiviteit en efficiëntie van de instrumenten van het EU-klimaatbeleid werden onderzocht. Hoewel kwantitatieve (ex post) evaluaties beperkt waren, suggereert kwalitatief bewijs dat het EU-beleid een aanzienlijke bijdrage heeft geleverd aan het behalen van de hoofddoelen. Beleidsmaatregelen die rechtstreeks verband houden met de 20-20-20-doelstellingen – zoals het Emissiehandelssysteem (ETS), de Energie-Efficiëntierichtlijn (EED), de Richtlijn Hernieuwbare Energie (RED) en de Richtlijn Energiebesparing (ESD) – toonden een hoge effectiviteit. Andere beleidsmaatregelen die indirect verband houden met de doelstellingen – zoals de Richtlijn Brandstofkwaliteit (FQD), de Richtlijn Energieprestatie van Gebouwen (EPBD), CO2-emissieprestatienormen voor auto’s en de Ecodesign-richtlijn – speelden ook een rol bij het verminderen van broeikasgasemissies, het vergroten van het aandeel hernieuwbare energie en het verbeteren van energie-efficiëntie.

Als onderdeel van de bottom-up benadering hebben we ook een monitoringkader ontwikkeld om de voortgang te volgen van indicatoren die verband houden met de EU-doelstellingen voor het klimaatbeleid, waarbij we de belangrijkste uitdagingen op het gebied van innovatie, investeringen, infrastructuur en integratie (de vier4 I’s) hebben onderzocht gedurende onze analyse.

Conclusie
Op basis van de combinatie van de top-down en bottom-up analyses concluderen we dat het EU-klimaatbeleid over het algemeen een positieve bijdrage heeft geleverd aan het behalen van de klimaatdoelstellingen. De top-down analyse toonde aan dat een aanzienlijk deel van de afname van CO2-uitstoot kan worden toegeschreven aan energie-efficiëntie, terwijl hernieuwbare elektriciteit en andere effecten op koolstofintensiteit in mindere mate hebben bijgedragen aan de afname van CO2-uitstoot. Dit vult de bevindingen van de bottom-up analyse aan. De bottom-up analyse toonde aan dat een positieve bijdrage van het EU-klimaatbeleid aan de voortgang van de hoofddoelen waarschijnlijk is, maar dat het moeilijk is om kwantitatief klimaatbeleid toe te schrijven aan veranderingen in de uitstoot van broeikasgassen, het aandeel hernieuwbare energie en met name energie-efficiëntie.

Dit rapport is ook gepubliceerd op de 4i-TRACTION website.

Auteurs