Sinds 1 januari 2020 stelt de International Maritime Organization (IMO) een lagere limiet op de hoeveelheid zwavel die in scheepsbrandstof mag zitten. Om de uitstoot van zwavel te beperken, kunnen scheepseigenaren verschillende maatregelen treffen. Eén van die maatregelen is het toepassen van emissiereducerende systemen, ook wel bekend als Exhaust Gas Cleaning Systems (EGCS). Deze systemen gebruiken zeewater om uitlaatgassen te wassen, zodat schepen kunnen varen op zwavelhoudende zware stookolie (HFO).
Er wordt in toenemende mate over de potentiële milieueffecten van waswaterlozingen van EGCS gediscussieerd, met name van lozingen nabij de kust en in havens. Verschillende landen en havens hebben maatregelen genomen die lozingen van EGCS verbieden in territoriale wateren of havens. Het gaat dan veelal om lozingen van open-loopsystemen (deze systemen lozen waswater overboord), maar ook om lozingen van bleed-off water van closed-loopsystemen (deze slaan het slib op en produceren beperkt overschot van water; het bleed-off water). Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft CE Delft verzocht om te onderzoeken wat de economische gevolgen zijn van maatregelen die lozingen van waswater verminderen van schepen onder Nederlandse vlag, Nederlandse rederijen en Nederlandse producenten van EGCS.
De belangrijkste conclusies zijn: