De Nederlandse veeteelt importeert veel veevoer, zoals soja uit Zuid-Amerika voor onze varkens. De vraag is of vervanging van Zuid-Amerikaanse soja door regionale soja of andere eiwitgewassen (Nederlandse of Europese) helpt om milieuschade (ongesloten nutriëntenkringlopen, ontbossing) te beperken. Uit dit onderzoek in opdracht van Milieudefensie blijkt dat regionale soja onder bepaalde voorwaarden milieukundige voordelen biedt.
Een voorbeeld van een gevolg van import van veevoer is dat nutriëntenkringlopen niet gesloten zijn; we onttrekken fosfaat (P) in Zuid-Amerika, en dat komt hier voor een deel weer vrij met de mest. Resultaat: tekorten elders, overschotten hier in Nederland. Bij gebruik van regionale gewassen is sluiten van kringlopen nog steeds ingewikkeld, maar eerder haalbaar dan bij handel op globale schaal.
Voor het ontbossingsprobleem geldt dat gebruik van regionale soja onder bepaalde voorwaarden het risico op milieuschade aanmerkelijk kan verminderen. De beste manier om dit te bewerkstelligen is het verhogen van productiviteit van bestaand soja-areaal in Europese landen. De problematiek van indirecte landgebruiksverandering is ingewikkeld, zodat sojateelt in Nederland niet perse de ontbossingsdruk in Zuid-Amerika vermindert.
Factoren die meespelen zijn of gebruik gemaakt wordt van braakliggend of gedegradeerde grond en of extra productie zorgt voor verschuiving van andere gewassen met hoge opbrengsten naar gebieden met lagere opbrengsten.