Door gebruik te maken van aardgas onder druk en vloeibaar aardgas (CNG resp. LNG) en andere via aardgas geproduceerde energiedragers zoals elektriciteit, waterstof en ‘Gas to Liquid’ (GTL) kunnen de emissies van broeikasgassen en luchtverontreinigende stoffen door de transportsector wordt beperkt. Dit geldt vooral wanneer elektriciteit, waterstof of CNG worden gebruikt als brandstof voor auto’s en bussen, en LNG voor vrachtwagens en schepen. Om de totale broeikasgasemissies van de scheepvaart te verminderen moet de uitstoot van methaan echter ook worden beperkt. Om de veiligheid van LNG te garanderen moet de distributie-infrastructuur bovendien effectief worden beheerd.
Dit blijkt uit het rapport ‘Natural gas in transport. An assessment of different routes’, dat in opdracht van het Nederlandse Ministerie van Infrastructuur en Milieu door CE Delft, ECN en TNO is opgesteld. In deze studie worden verschillende typen aardgas vergeleken met diesel en benzine als primaire energiebronnen voor gebruik in de transportsector. De analyse omvat milieu-, kosten- en veiligheidsaspecten. Het jaar 2025 wordt daarbij als horizon genomen om de hele brandstofketen te beoordelen, van productie bij de bron tot en met verbranding in de motor.