De IMO heeft besloten om te beginnen met de ontwikkeling van een verbod op het gebruik en het vervoer van zware stookolie (HFO) als scheepsbrandstof op schepen die in de zeeën van het Noordpoolgebied varen. Een dergelijk verbod zou bulkvervoer van HFO als lading niet verbieden, maar zou schepen die in deze wateren varen verplichten andersoortige bunkerbrandstoffen te gebruiken en te vervoeren. Dit zou tot lagere emissies van roet leiden en eveneens tot verminderde kosten en schade in geval van olielekkage, maar ook tot additionele kosten voor eigenaren/exploitanten van schepen die anders HFO- of HFO-blends ter aandrijving zouden hebben gebruikt/vervoerd.
Er zijn zorgen geuit over de mogelijke gevolgen van een dergelijk verbod op de maritieme handel, in het bijzonder de gevolgen voor Arctische gemeenschappen en hun economieën. In dit verband is het doel van deze studie kosten en baten van een verbod op het gebruik en het vervoer van zware stookolie (HFO) als scheepsbrandstof op schepen die in de zeeën van het Noordpoolgebied varen in te schatten. De studie is echter geen volledige kosten-batenanalyse.
Meer in het bijzonder berekent deze studie (1) de verbodgerelateerde meerkosten voor scheepeigenaren/ exploitanten op het niveau van de vloot die in de zeeën van het Noordpoolgebied actief is en (2) op het niveau van individuele schepen waarbij onderscheid tussen verschillende scheepstypes wordt gemaakt, (3) de potentiële impact op consumentenprijzen middels twee casestudies, en (4) de opruimkosten die uitgespaard zouden worden in geval van een olielekkage.
De belangrijkste conclusies van de studie zijn als volgt: