In dit rapport worden de oorsprong en bestemming van handelsstromen tussen EU- en niet-EU-landen voor acht industriële sectoren geanalyseerd. Door deze inzichten te combineren met een analyse van de tijdens de recente Kopenhagen-onderhandelingen gedane politieke toezeggingen, wordt een beeld verkregen van het risico van koolstoflekkage als gevolg van EU klimaatbeleid. Onze analyse laat zien dat er veel handel plaatsvindt tussen de EU en landen die klimaatbeleid reeds hebben ingevoerd. Omdat deze belangrijke handelspartners naar alle waarschijnlijkheid vergelijkbaar klimaatbeleid zullen invoeren als in de EU, zal CO2 wellicht ook in deze markten een prijs krijgen, zodat het risico van koolstoflekkage wordt verminderd of mogelijk voorkomen. Hiervoor moeten de handelsintensiteiten worden gecorrigeerd.
Wanneer de EU tot een emissiereductiedoelstelling van 30% besluit, zal handel met Australië, Nieuw Zeeland, Japan, Zwitserland, Brazilië en Mexico moeten worden uitgesloten van de berekening van handelsintensiteiten, omdat deze landen dan vergelijkbaar klimaatbeleid zullen invoeren. In dat geval zullen de handelsintensiteiten met gemiddeld -3% moeten worden gecorrigeerd. Als de EU uiteindelijk tot een emissiereductiedoelstelling van 20% besluit, zullen de handelsstromen met Rusland, Canada en de VS ook moeten worden uitgesloten, omdat deze landen dan vergelijkbaar streng klimaatbeleid zullen gaan voeren. De gemiddelde correctie op de handelsintensiteiten zal in dat geval -8,5% zijn.
Deze resultaten hebben direct gevolg voor het toewijzingsmechanisme voor bepaalde sectoren, die dan geen gratis emissierechten meer zullen krijgen omdat ze dan niet meer worden geacht aan internationale concurrentie te zijn ‘blootgesteld’. Een lijst van de betreffende sectoren is in het rapport opgenomen. Tegelijkertijd zullen sectoren die als gevolg van het EU ETS vermoedelijk met grote kostenstijgingen (>5%) te maken krijgen nog altijd gratis emissierechten krijgen toegewezen.