Vanaf 2024 moeten schepen die vracht of passagiers vervoeren vanuit of naar EU-havens in het kader van het Europees emissiehandelssysteem (EU ETS) de emissies van deze reizen monitoren en rapporteren. In 2025 vallen offshore-schepen van 400 GT (bruto ton) of meer ook onder de EU-verordening inzake monitoring, reportage en verificatie (EU MRV). Vanaf 2027 moeten offshore-schepen van 5.000 GT of meer binnen EU ETS emissierechten inleveren.
Van de schepen die zich met offshore-activiteiten bezighouden binnen de vloot van EU-lidstaten, is ongeveer een vijfde eigendom van Nederlandse scheepseigenaren. Het is daarom van groot belang voor de Nederlandse sector dat deze verordening effectief, haalbaar en te handhaven is. Zo wordt omzeiling en koolstoflekkage tot een minimum beperkt en het speelveld eerlijk gehouden. De gewijzigde EU MRV-verordening en EU ETS-richtlijn moeten op een aantal punten verbeterd worden om problemen bij de implementatie van de verordening het hoofd te bieden. Dit heeft het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat geconstateerd. Het ministerie heeft CE Delft daarom gevraagd om de uitdagingen te omschrijven en om suggesties aan te dragen om deze instrumenten beter te laten functioneren.
In de uitgevoerde studie belichten we twee grote bronnen van zorgen: het gebrek aan een duidelijke definitie van een offshore-schip in de verordening en de definitie van een havenaanloop voor offshore-schepen, die is gebaseerd op een wissel van de bemanning.
Wat betreft het eerste punt: ‘offshore’ definiëren geeft de sector meer duidelijkheid, behoudt een eerlijk speelveld, beperkt het risico op omzeiling en maximaliseert de impact op het milieu. Daarom stellen we een definitie voor waarin offshore-schepen omschreven worden als ‘schepen die niet bestemd zijn voor vervoer’ en ‘overige schepen’ (oftewel niet gedekt door andere definities van schepen in de verordening).
Wat betreft het tweede punt: op niet-vervoersschepen wordt er tijdens een havenaanloop meestal niet van bemanning gewisseld. Dit roept een tweetal vragen op. Is een havenaanloop om van bemanning te wisselen wel een geschikte manier om de uitstoot van offshore-schepen te monitoren en rapporteren? En heeft de vastgestelde definitie het onbedoelde effect dat offshore-schepen zonder bemanningswissels niet meegeteld worden? Daarom belichten we twee geschiktere opties om een havenaanloop te definiëren. De implementatie van virtuele havens op de werkplek is van deze twee het meest geschikt om reizen af te bakenen die in het kader van de wetgeving te registreren zijn. Dit beperkt het risico op omzeiling, verhoogt de effectiviteit van EU ETS en houdt een eerlijk speelveld in stand.