CE Delft heeft in kaart gebracht wat het technisch potentieel is van CO2-reductie bij personenmobiliteit in amateursport. Hierbij is gekeken naar reisbewegingen van en naar trainingen en wedstrijden voor de elf grootste sporten van Nederland. Voor elk van deze sporten hebben we zogenoemde mobiliteitsprofielen opgesteld, waarin we hebben gespecificeerd wat het reisgedrag is naar trainingen en wedstrijden. Op basis daarvan hebben we berekend wat de CO2-uitstoot in 2030 is van de verschillende profielen en voor de elf sporten samen.
Hieruit is naar voren gekomen dat de CO2-uitstoot van personenmobiliteit in amateursport in 2030 daalt ten opzichte van 2023 door elektrificatie van het wagenpark en dat de meeste uitstoot wordt veroorzaakt door reisbewegingen naar fitnesstrainingen. In totaal leiden reisbewegingen naar wedstrijdlocaties tot minder CO2-uitstoot dan reizen naar trainingslocaties, mede doordat er meer getraind wordt dan dat er wedstrijden gespeeld worden.
Het onderzoek biedt vooral inzicht in relevante aanknopingspunten op het reizen naar trainingen en wedstrijden te verduurzamen, zoals meer samen reizen en meer fietsgebruik. Het technisch potentieel is berekend op basis van deze aanknopingspunten, maar is vooral theoretisch. De daadwerkelijke reductie is afhankelijk van beleidsmaatregelen die genomen worden om invulling te geven aan deze aanknopingspunten.
Het onderzoek is uitgevoerd voor het Directoraat-Generaal Mobiliteit (DGMo) van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) voor het Programma ‘Vergroenen reisgedrag’. Het onderzoek is ook gepubliceerd op de website van de rijksoverheid.