In het Convenant Verpakkingen III hebben overheid en bedrijfsleven afgesproken onderzoek te laten doen naar een betere milieumethodiek voor verpakkingen en de mogelijkheid om milieubeleid voor verpakkingen en producten te integreren. CE en KPMG hebben deze uitdaging opgepakt en hebben met een brede begeleidingscommissie (industrie, overheid en milieubeweging) en een viertal casestudies met Campina, the Greenery, Philips en Unilever verkend of een dergelijke vernieuwing van het verpakkingenbeleid mogelijk is.
Belangrijke conclusie van de studie is dat een milieumethodiek op basis van het broeikaseffect en het te storten finaal afval over de hele keten een duidelijke betere milieumaat is voor verpakkingen dan de huidige benadering op basis van kg afval en recyclingpercentage. Voor producten is een milieumethodiek met alleen deze milieuthema’s echter te beperkt omdat daar ook vaak andere milieuthema’s als vermesting, verdroging etc. spelen. Een complete integratie van het milieubeleid voor verpakkingen en producten is daarmee met deze milieumethodiek nog niet goed mogelijk.
Uit de vier cases is een interessant punt naar voren gekomen t.w. dat extra verpakking, vooral van bederfelijk waar, vaak positief uitpakt voor het milieu. Dit omdat de milieubelasting van deze producten een factor 3 tot een factor 50 groter is dan die van de verpakking. Het voorkomen van productverlies geeft vaak een grotere milieubonus dan het milieunadeel van de extra verpakking.