Jaarlijks wordt er meer dan 45 miljoen ton aan meststoffen verwerkt in de havens gelegen aan de Baltische Zee. Het zeevervoer van meststoffen is aangemerkt als een mogelijk significante bron voor lozing van voedingsstoffen in de Baltische Zee, omdat er meststoffen in het water terecht kunnen komen tijdens laden, lossen en transport.
Excessieve lozing van voedingsstoffen kan resulteren in eutrofiëring. Dit is een fenomeen waarbij algengroei wordt gestimuleerd en wat zorgt voor hypoxische zeewateromstandigheden. Dit leidt op zijn beurt tot afname van de soortendiversiteit, verslechtering van de waterkwaliteit en heeft negatieve effecten op mariene ecosystemen en op de economische en recreatieve waarde.
CE Delft heeft van John Nurminen Foundation de opdracht gekregen om een referentiedocument op te stellen over de best beschikbare technologieën of technieken (Best Available Technologies or Techniques, BAT’s) en beste milieupraktijken (Best Environmental Practices, BEP’s) om zo verlies van meststoffen tijdens bulkopslag, -verwerking en -transport van droge meststoffen aan de Baltische Zee te minimaliseren. Dit document kan worden gebruikt om duurzame praktijken te stimuleren op zowel het praktische niveau (havens, terminals, fabrikanten en scheepvaartmaatschappijen) als op het niveau van beleid en wet- en regelgeving (HELCOM en nationale autoriteiten).
Door grondig literatuuronderzoek uit te voeren en door legio stakeholdergesprekken te voeren, hebben wij ongeveer 70 best beschikbare technologieën of technieken (Best Available Technologies or Techniques, BAT’s) en beste milieupraktijken (Best Environmental Practices, BEP’s) geïdentificeerd en geëvalueerd. Wij hebben de stakeholders geïdentificeerd die betrokken zijn bij de BAT’s en de BEP’s en wij hebben vervolgens een kwalitatieve schatting gemaakt van de impact van de BAT’s en de BEP’s. Deze BAT’s en BEP’s zijn onderverdeeld in zeven relevante categorieën: bulkverwerking en -opslag van droge meststoffen, reinigingsapparatuur en reinigingsroutines, beheer van regenwater en sneeuw, monitoring van de verbetering van processen, verbetering van de communicatie tussen de stakeholders, ontwikkeling van vaardigheden door training en educatie en tot slot, beleidsmakers en autoriteiten.