In 2005 worden in de Europese Unie scherpere milieueisen voor brandstoffen van kracht. In deze studie zijn de milieueffecten en kosten berekend die optreden als deze schonere brandstoffen al eerder in Nederland beschikbaar zouden zijn. Invoering van deze brandstoffen heeft meteen een reductie van de uitstoot van schadelijke stoffen van het gehele wagenpark tot gevolg: de koolwaterstof-, CO- en deeltjesemissies zullen verminderen. De uitstoot van zwaveldioxide wordt bijna gehalveerd, maar de huidige emissies zijn al zeer beperkt. Een bijkomend effect is de mogelijke introductie van nieuwe voertuigtechnologieën die een laag zwavelgehalte in de brandstoffen nodig hebben, zoals de zuinige directe injectie lean burn benzinemotoren of geavanceerde deeltjesfilters op dieselvoertuigen. Daartegenover staan echter hogere raffinage- en distributiekosten, en een toegenomen energiegebruik bij de raffinage. Als we al deze voor- en nadelen ten opzichte van elkaar afwegen, komt de vroegere invoering van diesel als beste uit de bus: er is een grote kans dat de baten de kosten overstijgen. Vroegere beschikbaarheid van schonere benzine is minder gunstig en hoogstwaarschijnlijk niet kosteneffectief, een verlaging van alleen het zwavelgehalte (en niet van de aromaten) mogelijk wel.