Rapport

Werk door investeringen in groene waterstof. Update en uitbreiding

In opdracht van Shell heeft CE Delft een update en uitbreiding uitgevoerd van de CE Delft-studie uit 2018 waarin de arbeidsvraag door groene waterstof werd berekend.

Net als in de eerdere studie is onderzoek gedaan naar de potentiële arbeidsvraag gerelateerd aan groene waterstof in Nederland in 2030 en 2050. Dit is onderzocht per sector, voor een laag en een hoog scenario.

Het lage en hoge scenario zijn beide klimaatneutraal, maar zijn anders opgebouwd. Het lage scenario heeft zowel minimale toepassing als minimale (Nederlandse) productie van groene waterstof. Het hoge scenario heeft zowel maximale toepassing als maximale eigen productie.

Er is gekeken naar de gehele waardeketen van groene waterstof: de eenmalige vraag naar arbeid door bouw en aanleg, en naar terugkerende arbeidsvraag door onderhoud en exploitatie. De arbeidsvraag is uitgedrukt in bruto banen.

De belangrijkste conclusies zijn:

  • Groene waterstof zal een bijdrage leveren aan de werkgelegenheid in Nederland. De arbeidsvraag ligt in 2030 tussen de 6.000 en 17.300 fte en in 2050 tussen de 16.400 en 92.400 fte.
  • De vraag naar arbeid stijgt niet evenredig met de vraag naar waterstof, maar met overtreffende trap. Dit komt ten eerste doordat in een scenario met een grotere waterstofvraag, een groter deel van de waterstofketen in Nederland gevestigd zal zijn. Ten tweede komt het doordat er relatief arbeidsintensieve sectoren bij betrokken worden (mobiliteit en gebouwde omgeving).
  • De arbeidsvraag bestaat deels uit vervanging van banen, maar ook uit additionele banen door nieuwe economische activiteiten.
  • Het is niet evident dat de arbeidsvraag aansluit op een voldoende en juist gekwalificeerd arbeidsaanbod. Reeds nu al slagen veel bedrijven in de onderzochte sectoren er niet in om het juiste, gekwalificeerde personeel te vinden om de energietransitie te realiseren in het beoogde tempo.

    De waardeketen van waterstof in Nederland