Voor de transitie naar een aardgasvrije gebouwde omgeving zijn er veel verschillende mogelijkheden in Nederland. Op dit moment hebben bijna alle alternatieven voor aardgas alleen een hoger kostenplaatje dan de huidige situatie met aardgas. Dat betekent dat deze alternatieven een onrendabele top hebben. Om in beeld te brengen hoe groot die onrendabele top is, is een eerste factsheet opgesteld, waarin op basis van praktijkgegevens gekeken is wat de onrendabele top is voor de eindgebruikers die overschakelen van een cv-ketel naar een collectief warmtesysteem (warmtenet).
Aan de hand van tien recente warmtenetprojecten (totaal ongeveer 8.000 aansluitingen) is gekeken wat de werkelijk kosten waren voor de eindgebruikers, waarbij zowel naar de kosten voor als achter de voordeur is gekeken.
Uit de analyse is gebleken hoeveel geld bijgedragen moet worden om voor de eindgebruikers een woonlastenneutrale transitie te maken, zoals afgesproken in het Klimaatakkoord. Deze bijdrage bedraagt bijna 9.000 euro per woning. Dat betekent dat er tot aan 2030 jaarlijks gemiddeld 615 mln. euro aan subsidie voor de eindgebruikers bij moet komen, om uiteindelijk 700.000 woningen woonlastenneutraal over te sluiten op een warmtenet.
Om een goed beeld te krijgen van de totale onrendabele top (tot 2030) van een woonlastenneutrale transitie naar aardgasvrij, moet deze analyse ook voor individuele warmtesystemen worden uitgevoerd.