Rapport

Systeemstudie energie-infrastructuur Zeeland

Hoe kunnen in Zeeland de vraag naar energie en het aanbod hiervan zich ontwikkelen van 2020 via 2030 tot 2050? Kan de huidige energie-infrastructuur deze ontwikkelingen faciliteren, en wat zijn dan de opgaven waar Zeeland voor staat?

In deze systeemstudie zijn vier toekomstbeelden voor de provincie opgesteld. Niet zozeer als realistische of wenselijke blauwdruk, maar om uitersten in kaart te brengen van wat van de infrastructuur kan worden gevraagd. In de praktijk zal een mix van elementen uit alle vier scenario’s waarschijnlijker zijn. De studie is een verbijzondering van Net voor de Toekomst (CE Delft, 2017a) en Infrastructure Outlook (Gasunie TenneT, 2019) naar Zeeland, en kent een sterke relatie tot de CUST-studie (Royal HaskoningDHV; M-tech; sitech; CE Delft, 2019).

Elk scenario heeft een ander vertrekpunt vanwaar de energietransitie wordt aangedreven: Regionale Sturing, Nationale Sturing, Internationale Sturing of Generieke Sturing. Scenario Regionale Sturing is gericht op veel lokale opwek, gebruik van lokale warmtebronnen, elektrificatie en energiebesparing. Nationale Sturing gaat uit van wind op zee aan de basis van een waterstofeconomie. Gezien de huidige industrie, met 48 PJ waterstof-gebruik, kan in Zeeland de vraag naar groene waterstof sterk groeien. Internationale Sturing gaat uit van import van waterstof en biogas. Generieke Sturing gaat uit van technologieneutrale maatregelen om de markt tot CO2-reductie te bewegen, met als resultaat een mix: aardgas met CCS, elektrificatie, gebruik van warmte en import van biomassa. In de studie zijn deze scenario’s doorgerekend op impact op de infrastructuur.

Auteurs

Co-auteurs

Marit van Lieshout, Harry Croezen (Royal HaskoningDHV)