Rapport

Air pollution and transport policies at the city level. Module 2: policy perspectives

Recent onderzoek voor EPHA, de European Public Health Alliance, heeft uitgewezen dat de gemiddelde Europese burger als gevolg van slechte luchtkwaliteit jaarlijks meer dan € 1.250 welvaartsverlies lijdt. De transportsector is momenteel verantwoordelijk voor circa 40-50% van de totale NOx-emissies en 10-15% van de PM-emissies. Gemiddeld genomen, draagt het vervoer naar schatting 50% bij aan NO2-concentraties, maar er zijn grote verschillen tussen regio’s en steden.

In deze studie worden de effecten van vijf typen transport-gerelateerde beleidsmaatregelen in steden onderzocht en hoe deze de luchtkwaliteit beïnvloeden:

  • congestieheffingen
  • milieuzones (low-emission zones, LEZ)
  • regelingen voor autodeling
  • parkeerbeleid
  • fiets-/wandelbeleid.

Op basis van een eerdere beoordeling van de maatschappelijke kosten in 432 Europese steden in 2018 is een schatting gemaakt van de potentiële afname van deze kosten als gevolg van dergelijke maatregelen in 2020. Het wordt geconcludeerd dat Congestieheffingen en LEZ het meeste potentieel hebben om stedelijke PM- en NOx-vervoersemissies te verminderen. Een evaluatie van steden waar dergelijke maatregelen zijn genomen wijst uit dat 10-20% emissievermindering haalbaar is. Er zijn echter grote onzekerheden, omdat de effectiviteit van de maatregelen grotendeels afhangt van de strengheid van handhaving en van de LEZ-grootte.

Parkeerbeleid kan ook een vrij effectieve maatregel zijn, die tot een 5-10% vermindering van PM- en NOx-emissies leidt. Autodeling en Fiets-/wandelbeleid zijn veel minder effectieve manieren om PM- en NOx-emissies te verminderen, hoewel vooral de tweede ook andere positieve effecten heeft, zoals een verbetering van gezondheid, door actieve mobiliteit, en van de kwaliteit van het stadsleven als de aan het autoverkeer toegewezen ruimte tegelijk wordt verminderd.

De Congestieheffing en LEZ hebben de hoogste aanvangskosten, hoewel de kosten van de eerste grotendeels door heffingsinkomsten kunnen worden gedekt. Fietsbeleid is duur wanneer het ook infrastructurele veranderdingen met zich meebrengt, vooral in dichtbebouwd stedelijk gebied met ruimtegebrek.

Deze potentiële ‘besparingen’ op maatschappelijke kosten kunnen lokale/stadsbesturen prikkelen tot invoering van dergelijke maatregelen. De resultaten van deze studie wijzen uit dat de individuele maatregelen elk een vrij beperkt effect hebben: besturen die de maatschappelijke kosten willen verlagen doen er daarom goed aan enkele maatregelen gecombineerd uit te rollen.