Rapport

CII and EU maritime decarbonisation

De studie, die in opdracht van het Environmental Defense Fund Europe werd uitgevoerd, onderzoekt of de koolstofintensiteit (carbon intensity indicator (CII)) een bruikbare tool is voor het nemen van aanvullende maatregelen die de zeevaartsector in de EU tijdig koolstofvrij moeten maken.

De CII verlangt dat van sommige typen schepen van 5000 GT of meer elk jaar de operationele koolstofintensiteit wordt vastgesteld. Afhankelijk van het behaalde CII-niveau wordt aan schepen tevens een label toegekend, variërend van A tot E. Om een betere operationele koolstofintensiteit te stimuleren is de CII zodanig ontworpen dat schepen die er niet in slagen hun koolstofintensiteit te verbeteren, het risico lopen na verloop van tijd een slechter CII-label te krijgen. De IMO eist dat schepen die drie jaar op rij een D-classificatie krijgen, of één jaar een E-classificatie, een actieplan met corrigerende maatregelen opstellen om aan de vereiste jaarlijkse operationele CII te voldoen en een C-classificatie behalen.

De studie analyseert de behaalde CII-niveaus en welke CII-labels schepen rapporteren in het kader van de EU-MRV-verordening (monitoring, rapportage en verificatie). Er wordt met name geanalyseerd hoe groot de emissiereductie is die via de stimulans van het CII-keursysteem kan worden bewerkstelligd in 2030 en wat het potentieel is van de specifieke opties voor CO2-emissiereductie voor de EU-MRV-vloot van 2019. Hierbij wordt rekening gehouden met het effect van de verordening FuelEU Zeevaart en wordt gekeken naar mogelijke aanvullende maatregelen die, voortbouwend op de CII, door verschillende betrokken partijen in Europa kunnen worden genomen om een bijdrage te leveren aan het tijdig koolstofvrij maken van de zeevaartsector in de EU.

Onze conclusie is dat de CII in principe een zeer bruikbare tool is voor het verbeteren van de operationele koolstofintensiteit van de sector. Wil de CII echter doeltreffend zijn, moeten de bijbehorende maatstaven zodanig worden aangepast dat het gebruik van hernieuwbare brandstoffen wordt beloond. Voor de periode na 2026 zijn nog geen CII-reductiefactoren vastgesteld. Deze moeten ambitieus genoeg zijn om tevens tijdige ontwikkeling van verdere technische maatregelen voor het verbeteren van de energie- en koolstofintensiteit van schepen en alternatieve brandstoffen te stimuleren. Indien naleving van de CII niet op IMO-niveau kan worden versterkt, is het des te belangrijker dat er aanvullende maatregelen komen die schepen met een relatief goed label belonen en schepen met een relatief slecht label bestraffen. Publicatie van het CII-label van afzonderlijke schepen kan bijdragen tot nog meer transparantie van de markt.

Meer over