Rapport

Marginal land use changes for varying biofuels volumes

Dit rapport gaat in op het door RED (*) geëntameerde biobrandstofbeleid in afzonderlijke EU-lidstaten in het licht van recente EU-studies over indirecte veranderingen in landgebruik (Engels: ‘ILUC’) die aan het telen van de benodigde brandstofgewassen zijn gerelateerd, en van praktische zaken zoals de beschikbaarheid van dergelijke grondstoffen en criteria met betrekking tot brandstofkwaliteit bij het bijmengen van biobrandstoffen. Er wordt geconcludeerd dat het huidige biobrandstofbeleid en ook de ambities van de lidstaten tamelijk inefficiënt lijken, en bovendien  gericht op een  suboptimale bijmenging van biobrandstoffen.

Uit de Nationale Actieplannen Hernieuwbare Energie van de afzonderlijke EU-lidstaten blijkt dat de in 2020 toe te passen aanbod aan biobrandstoffen voor minstens 1/3 maar waarschijnlijk voor 1/2 uit biodiesel zal bestaan. Bio-ethanol zal ongeveer 1/4 van de totale mix uitmaken, en op afval gebaseerde biobrandstoffen en groene stroom de rest. Dit wijkt substantieel af van het 50/50 bio-ethanol/biodiesel-mix die besproken wordt in de IFPRI-studie die momenteel door de Europese Commissie wordt gebruikt als hoofdbron van informatie over het optreden van ILUC als gevolg van het Europese biobrandstofbeleid.

Op basis van RED en recente studies over ILUC zal de verwachte biobrandstofmix leiden tot een reductie in broeikasgasemissies van naar schatting 6-17 Mt CO2-eq./a, vooral door gebruik van uit afval gewonnen brandstoffen en groene stroom, en in mindere mate door gebruik van bio-ethanol uit suikergewassen. In afwijking van het algehele beeld zal het gebruik van biodiesel uit oliezaden echter vermoedelijk tot een netto-toename van broeikasgasemissies leiden, als gevolg van ILUC-gerelateerde emissies van deze gassen. Het is bovendien onzeker of er op de internationale oliezaadmarkt voldoende koolzaad voorhanden is om de hoeveelheid biodiesel te produceren die volgens berekeningen nodig is om in de vraag naar eerstegeneratie-biobrandstoffen te voorzien.

Bovenstaande conclusie kan wellicht dienen als uitgangspunt voor het bijstellen van het Europese biobrandstofbeleid en voor de verdere invulling van de betreffende criteria en voorschriften. Wat dit betreft zou de EU wellicht dezelfde strategie kunnen volgen als in bijvoorbeeld Zweden, waar het beleid gericht is op het gebruik van biogas, bio-ethanol en uit reststoffen van de chemische pulpindustrie gewonnen dieselvervangers. Als Europese alternatief voor tropische suikerriet zou “land-extensieve” suikerbiet kunnen dienen.

(*) RED = Renewable Energy Directive = EU-richtlijn Hernieuwbare Energie

Meer over