De EU single use plastic (SUP) richtlijn vraagt aan lidstaten om het gebruik van kunststof beker- en voedselverpakkingen aanzienlijk te verminderen in 2026 ten opzichte van 2022. Lidstaten dienen daarom in juli 2021 een maatregelenpakket in te dienen bij de Europese Commissie. De insteek van de Nederlandse overheid vanuit het oogpunt van circulaire economie is om een verschuiving naar meermalig gebruik te stimuleren en potentiële negatieve verschuivingseffecten te mitigeren.
Een idee voor een maatregel is om meer plastic verpakkingen via een prijsprikkel te beperken in volume. Dan is echter wel de vraag of alternatieve verpakkingen, die niet van plastic zijn gemaakt, niet tot een hogere milieubelasting leiden. En ook speelt de vraag of eventueel meer voedselverlies door een andere verpakking kan leiden tot een significant hogere milieu-impact.
In dit rapport zijn voor een viertal cases de te verwachten milieukundige effecten verkend door te analyseren wat de milieudrukverschillen zijn tussen de plastic verpakking en de alternatieven en wat de milieudruk van eventueel extra voedselverlies is. Voor de analyse van de cases is de LCA-methodiek gebruikt waarbij alle milieueffecten van de wieg tot het graf van een verpakking in kaart zijn gebracht.
Er is naar de volgende vier cases gekeken: