Nederlanders eten gemiddeld 153 gram groenten per dag. Dat is bijna 100 gram minder dan de aanbevolen hoeveelheid van 250 gram per dag van het Voedingscentrum. Meer dan 40% van de gegeten groente bestaat uit vruchtgroenten: tomaat, komkommer, paprika, courgette en aubergine. In deze studie hebben we gekeken wat de impact zou zijn op zorgkosten als de hele Nederlandse bevolking wél dagelijks 250 gram groenten zou eten, en in het bijzonder in welke mate vruchtgroenten daaraan bijdragen.
Volgens Gezondheidsraad zijn er drie bewezen verbanden tussen groenteconsumptie en een lager risico op ziekte: ischemische beroertes, ischemische hartziekten en darmkanker komen minder voor bij een hogere groenteconsumptie. In de berekening van potentiële baten nemen we zowel de besparing op de zorgkosten mee (zoals minder ziekenhuisopnames en medicijnen) als de toename van gezonde levensjaren, gewaardeerd met de VOLY (value of a life year).
Uit de analyse blijkt dat de totale zorg-gerelateerde kosten voor de drie genoemde ziekten momenteel ongeveer € 56,9 miljard per jaar bedragen: ongeveer € 3,5 miljard voor directe zorgkosten en meer dan € 53 miljard voor indirecte kosten door verloren gezonde levensjaren door deze ziektes. Het effect op de directe zorgkosten is dus relatief beperkt, vergeleken met het effect op verloren gezonde levensjaren. Door het eten van voldoende groente kan een totale jaarlijkse besparing van € 3,42 miljard worden bereikt (ongeveer 6%), waarvan circa € 1,39 miljard toe te schrijven is aan een hogere consumptie van vruchtgroenten.