CE Delft heeft in opdracht van het ministerie van KGG twee afwegingskaders geschreven over het gebruik van cavernes die ontstaan bij de winning van zout. De eerste betreft het nuttige gebruik van afvalstoffen ter stabilisatie van zoutcavernes met een opvulplicht. De tweede betreft het injecteren van productie-afval in ontstane cavernes.
Zout wordt in Nederland gewonnen door oplossingsmijnbouw. Hierbij ontstaan cavernes in de diepe ondergrond doordat zout oplost in water dat de grond in wordt gepompt. Nieuwe kennis over zoutcavernes hebben tot het inzicht geleid dat enkele bestaande cavernes niet-inherent veilig zijn, deze cavernes hebben een opvulplicht. Het afwegingskader beschrijft de informatiebehoefte van het bevoegd gezag, de randvoorwaarden voor het toestaan van injectie en de afweging. In de afweging worden twee opties vergeleken: de eerste optie is het opvullen van de caverne met een primaire grondstof. In de tweede optie wordt de caverne opgevuld met een afvalstof. Deze opties moeten worden vergeleken op basis van de risico’s, milieuaspecten en de kosten.
Het tweede afwegingskader betreft het gebruik van inherent veilige cavernes om afval te injecteren. Bij de winning van zout komt afval vrij. In het afwegingskader wordt eerst de informatiebehoefte van het bevoegd gezag beschreven. Daarna worden de randvoorwaarden voor injectie getoetst. Als laatste wordt de injectie op 4 aspecten beoordeeld: kosten, milieu-impact, operationele en langetermjinrisico’s.