Rapport

Biobased plastics in vehicles

De Europese Commissie overweegt een verplichte norm van 25% gerecycled plastic in voertuigen om de afhankelijkheid van primaire grondstoffen te verminderen. In dit rapport, opgesteld in opdracht van het Nederlandse ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, verkennen we de mogelijkheid om biobased kunststoffen op te nemen in deze doelstelling om de circulariteit in de automobielsector te versterken.

Jaarlijks wordt er ongeveer 2.200 kiloton kunststof gebruikt in voertuigen die op de Europese markt worden gebracht, waarbij zes polymeren (PP, PUR, PA, PE, ABS/SAN, PET) goed zijn voor meer dan 80% van dit gebruik. Drop-in biobased versies van deze belangrijke polymeren bestaan (zoals bio-PE, bio-PP, bio-PET, bio-ABS) en kunnen hun fossiele tegenhangers rechtstreeks vervangen.

Als grove schatting ligt het technische vervangingspotentieel van biobased kunststoffen in voertuigen rond de 70%. Op korte termijn wordt het als haalbaar beschouwd om 5–10% van fossiele kunststoffen in EU-voertuigen te vervangen door biobased alternatieven, gezien de huidige beschikbaarheid van biomassa en productiecapaciteiten.

Biobased kunststoffen kunnen lagere uitstoot van broeikasgassen (BKG) bieden in vergelijking met fossiele kunststoffen. Wel zijn duurzaamheidscriteria essentieel om risico’s zoals verlies van biodiversiteit door veranderingen in landgebruik te beperken.

Een doelstelling voor circulaire kunststoffen in voertuigen kan op verschillende manieren worden vormgegeven:

  1. Doelstelling alleen voor gerecycled plastic: Voertuigen moeten ten minste 25% gerecycled plastic bevatten.
  2. Aparte doelstellingen voor gerecycled en biobased plastic: Voertuigen moeten bijvoorbeeld ten minste 25% gerecycled plastic én 5% biobased plastic bevatten.
  3. Gecombineerde doelstelling: Voertuigen moeten ten minste 25% gerecycled en/of biobased plastic bevatten.
  4. Gecombineerde doelstelling met een maximum voor biobased: Voertuigen moeten ten minste 25% gerecycled en/of biobased plastic bevatten, waarbij biobased kunststoffen bijvoorbeeld maximaal 10% mogen uitmaken.

Het opnemen van biobased kunststoffen in de doelstellingen geeft voertuigfabrikanten flexibiliteit om de meest geschikte en kosteneffectieve materialen te kiezen, waardoor het gemakkelijker wordt om de circulaire kunststofdoelstelling te halen. Het onderstreept ook de inzet van de EU voor diverse oplossingen naast recycling. Dit helpt de industrie zich voor te bereiden op een toekomst waarin meerdere circulaire strategieën nodig zijn om volledig circulaire kunststoffen in voertuigen te realiseren.