Rapport

Evaluatie afvalstoffenbelasting

Op verzoek van het ministerie van Financiën heeft de combinatie Ecorys/CE Delft de afvalstoffenbelasting geëvalueerd. Afvalverwerkingsbedrijven betalen afvalstoffenbelasting over de hoeveelheid afval die zij verwerken (dat wil zeggen storten of verbranden). In dit evaluatieonderzoek is gekeken naar de doeltreffendheid en de doelmatigheid van de ASB sinds de (her)invoering vanaf 1 april 2014 tot heden. Hierin is geanalyseerd in welke mate de afvalstoffenbelasting, in samenhang met de CO2-heffing industrie, bijdraagt aan de versnelling van de transitie naar de circulaire economie en het reduceren van de CO2-uitstoot.

De evaluatie is gebaseerd op deskstudie naar beleidsdocumenten en literatuur over prijselasticiteiten, data-analyse en interviews met relevante stakeholders. In de evaluatie hebben we speciale aandacht voor aanscherpingen van het instrument die sinds 2013 zijn doorgevoerd (tariefverhoging, exportheffing, ASB voor geïmporteerd afval). Bovendien bestuderen we de interactie tussen de ASB en de CO2-heffing industrie.

Belangrijke conclusies zijn:

  • De ASB is zeer doeltreffend in het genereren van inkomsten voor het rijk. De gemiddelde opbrengst over de periode 2019-2023 bedraagt € 238 miljoen per jaar.
  • De ASB heeft in enige mate bijgedragen aan de preventie van afvalproductie door bedrijven en huishoudens.
  • De ASB is als instrument een prikkel aan de ‘poort’ van AVI’s terwijl de CO2-heffing industrie een prikkel is op de ‘schoorsteen’. De combinatie van instrumenten geeft de overheid juist de mogelijkheid om beter te sturen op de verschillende beleidsdoelen.
  • De recente wijzigingen (tariefverhoging, exportheffing, in de heffing betrekken van het verbranden (en storten) van buitenlands afval) worden over het algemeen als een verbetering van het instrument ervaren.
  • Op basis van de gegeven informatie en interviews kan worden geconcludeerd dat de ASB een financieel doelmatig beleidsinstrument is. Met name voor het genereren van inkomsten is het instrument zeer doelmatig met een relatief laag kosten/opbrengstenratio. Voor de andere doelstellingen (stimuleren van een circulaire economie en het reduceren van CO2-emissies) kan er een minder eenduidig antwoord worden geformuleerd door de indirecte doorwerking van de ASB.

Aanbevelingen voor de toekomst:

  1. Analyse geeft aanleiding om ASB te continueren.
  2. Een tariefverhoging kan vanuit milieuperspectief een meer regulerende werking hebben.
  3. Schaf de vrijstelling voor verbranding van zuiveringsslib af.
  4. Neem een horizonbepaling op voor de vrijstelling voor het storten van baggerslib en asbest.
  5. Verduidelijk de wet over de toepassing van de in/uit-methode.
  6. Zorg voor een aanscherping binnen de prikkelmix, in samenwerking met andere betrokken ministeries.
  7. Houd de verbrandingscapaciteit in balans met de vraag.

Auteurs