Rapport

Klimaatimpact van afvalverwerkroutes in Nederland. CO2-kentallen voor recyclen en verbranden voor 13 afvalstromen

Dit rapport biedt een overzicht van de klimaatimpact van verbranding en recycling van afvalstromen in Nederland. De resultaten zijn te gebruiken door beleidsmakers bij centrale en decentrale overheden voor milieuberekeningen in het kader van VANG en bij indicatieve berekeningen van verandering in klimaatimpact bij meer of minder recycling. De resultaten geven inzicht in zowel de klimaatimpact van recycling en verbranding (emissies) als de vermeden klimaatimpact (vermeden emissies door de productie van nuttige grondstoffen of energieopwekking).

In opdracht van NVRD heeft CE Delft informatie verzameld op basis van al eerder uitgevoerde analyses door CE Delft en bestaande bronnen met milieukundige informatie over verbranding en recycling. In beperkte mate werd in dit project nieuwe, meest recente informatie opgevraagd bij Nederlandse verwerkers. Wanneer er meerdere recyclingroutes bestaan, zoals bij kunststoffen en gft, heeft CE Delft een gewogen gemiddelde bepaald of de meest gangbare route opgenomen in het rapport.

De resultaten zullen niet de absolute waarheid weergeven. Daadwerkelijke situatie op gemeenteniveau kan verschillen. De efficiëntie van energieopwekking verschilt per AVI, wat heel bepalend is voor de klimaatimpact van verbranding van materiaal. Ook kunnen specifieke recyclers een ander milieuprofiel hebben, bijvoorbeeld als de recycler veel eigen groene stroom opwekt, als er meer of minder verlies van materiaal optreedt, of als de verwerker het materiaal opwerkt tot een specifieke kwaliteit eindproduct.

Er werden dertien materiaalstromen geanalyseerd: papier en karton, kunststoffen, dranken-kartons, metalen verpakkingen, glas, steenachtig materiaal, textiel, houtafval, gft, grof tuinafval, frituurvet en olie, luiers en incontinentiemateriaal, en afgedankte elektronische en elektrische apparaten (AEEA). Iedere materiaalstroom heeft zijn eigen hoofdstuk waarin de detailresultaten worden besproken en waarin we verantwoording afleggen over de aanpak en gebruikte bronnen.