Deze studie is uitgevoerd in opdracht van de SER Zeeland en de SER Brabant, in samenwerking met een begeleidingscommissie met brede vertegenwoordiging van stakeholders van de biobased economy in Zuidwest Nederland. De insteek was agro meets chemistry. Aangezien bij aanvang vast stond dat de lokaal beschikbare biomassa onvoldoende is voor grootschalige energieopwekking, zonder ernstige concurrentie met voedselproductie te veroorzaken, is er voor gekozen om de biobased economy te beperken tot de productie van biobased chemie en innovatieve materialen. Verder is gezien de beperkte omvang en doorlooptijd van de studie besloten om brutowerkgelegenheidseffecten in Zeeland en West-Brabant te bepalen.
Hierbij zijn drie kritische factoren voor de groei van de biobased economy en dus van de mogelijke werkgelegenheidseffecten bepaald: Prijs van fossiele grondstoffen, beschikbaarheid van biomassa voor toepassingen in de chemie en de beschikbaarheid van kapitaal voor investering in innovatieve biobased processen.
Om het hele gamma aan mogelijk ontwikkelingen van de biobased economy te kunnen beslaan zijn twee scenario’s ontwikkeld: een hoog en een laag scenario. Hiervoor zijn op basis van een biomassastromen-analyse gekoppeld aan kentallen voor werkgelegenheid inschattingen van de werkgelegenheid voor beide scenario’s gemaakt.