In opdracht van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO, voorheen Agentschap NL) hebben CE Delft en Merosch in het voorjaar van 2014 een tussenevaluatie van het Programma Excellente Gebieden uitgevoerd. Deze tussenevaluatie is één van de afspraken in het op 28 juni 2012 herijkte Lente-akkoord.
Het doel van de tussenevaluatie is om inzicht te geven in de landelijke bijdrage die het Programma Excellente Gebieden tot dusverre heeft geleverd bij het voorbereiden van de markt op de EPC-aanscherpingen die waren afgesproken in het Lente-akkoord van 22 april 2008. De EPC voor nieuwbouwwoningen is per 2011 aangescherpt van 0,8 naar 0,6 en is per 2015 aangescherpt tot 0,4. Het Programma Excellente Gebieden draagt bij aan het voorbereiden van de markt door de kennis aan te reiken die voor die aanscherping nodig is.
In de gebieden die deelnemen aan het Programma is – of wordt – al gebouwd met een EPC die tenminste 25% scherper is dan de huidige of toenmalige vigerende EPC-eis. De geformuleerde onderzoeksvragen hebben betrekking op de genoemde kennisproductie en overdracht daarvan op ‘de markt’, op de beoordeling van de ingezette beleidsinstrumenten, en op het te voeren beleid bij toekomstige aanscherpingen van de EPC. Deze tussenevaluatie is gericht op het Programma als geheel, en nadrukkelijk niet op de individuele gebieden. De focus van de tussenevaluatie ligt op het landelijk niveau.
Het onderzoek is ten eerste uitgevoerd aan de hand van interviews met in totaal 25 personen die door hun functie goed zicht hebben op het Programma Excellente Gebieden en/of de ontwikkelingen rond energie-efficiëntie in de nieuwbouwmarkt. Ten tweede is een webenquête uitgezet onder betrokkenen bij de negentien gebieden die meedoen met het Programma.