Dit rapport gaat in op het belang en de urgentie van het aanpakken van residentiële gebouwen voor het behalen van de doestelling van netto-nul-koolstofemissies in 2050. Op EU-, nationaal en lokaal niveau worden belangrijke beleidsinstrumenten aangewezen, waarvan de potentiële effectiviteit wordt beoordeeld.
De koolstofvoetafdruk van de bebouwde omgeving omvat enerzijds de operationele emissies van de energie die wordt aangewend voor ruimteverwarming en -verkoeling, warmwater, koken, verlichting en huishoudelijk apparatuur, anderzijds de geïntegreerde emissies van materialen en bouwprocessen, berekend over de hele levensduur van het gebouw of de energie-infrastructuur.
Bij ongewijzigd beleid zal de jaaruitstoot van residentiële gebouwen in 2050 met slechts 30% zijn gedaald. Om het huidige beleidsinstrumentarium te verbreden en verbeteren zal een veelomvattend beleidspakket ontwikkeld en uitgerold moeten worden door de EU en door de afzonderlijke lidstaten, opgebouwd uit de volgende elementen:
Climact (modelering): Quentin Jossen, Hugues de Meulemeester
Projectcoördinatie (The European Climate Foundation): Renée Bruel, Stijn Carton, Adeline Rochet, Ting Zhang