Rapport

Waterstof: kostprijs, import, beleid

In opdracht van de VOTOB (de Vereniging van Nederlandse tankopslagbedrijven) heeft CE Delft een drietal samenhangende onderzoeken uitgevoerd. De studie is in hoge mate complementair aan ‘De Systeemstudie’ voor NLHydrogen.

De hoofdvragen in de drie onderdelen waren:

  • Wat zijn de kostprijzen van grijze, koolstofarme (‘blauwe’) en groene waterstof en waterstofdragers, voor zowel Nederlandse productie als import?
  • Welk beleid is nodig om de waterstofmarkten op gang te krijgen, en welke rol kunnen koolstofarm en import spelen in deze markten?
  • Hoe kan vraagcreatie worden ingezet en hoe kan dit precies worden ingericht? (Hiervoor is de casus ‘staal voor de auto-industrie’ uitgewerkt.)

De belangrijkste conclusies zijn:

  • Waterstof is een onmisbare schakel in het toekomstige energie- en grondstofsysteem. Import en nationale productie zijn beide nodig. Import is daarbij ook belangrijk voor doorvoer naar het achterland zoals Duitsland. Import en koolstofarm kunnen beide helpen om de waterstofmarkten op gang te helpen.
  • In 2025 is grijze waterstof iets goedkoper dan koolstofarme waterstof, maar dat verandert snel, vooral door toenemende prijzen van CO2-emissies. Groene waterstof heeft een aanmerkelijk hogere kostprijs, waarbij groene waterstof uit import in de periode tot circa 2030 een wat lagere kostprijs heeft dan nationale productie. Als geïmporteerde groene ammoniak direct wordt ingezet als ammoniak, dus zonder dit ‘terug te kraken’, dan heeft dat een aanmerkelijk lagere kostprijs dan nationale productie van groene ammoniak.
  • Er is een samenhangend en volhardend beleidspakket nodig om de markten op gang te krijgen; er is geen ‘silver bullet’. Financiële stimulering aan de vraagzijde en CAPEX-subsidie van import-infrastructuur helpen om een importmarkt op te zetten.
  • Vraagcreatie kan een game changer worden. De casus van staal voor auto’s laat zien dat het kan, en hoe dan precies. De casus laat ook zien dat vraagcreatie maatwerk per sector vergt, om aan te kunnen sluiten bij de opbouw van een keten en bij de bestaande structuren.

NB: Het hoofdstuk over vraagcreatie is ook als separate publicatie in het Engels beschikbaar.