Negatieve emissies of koolstofverwijdering, processen waarbij broeikasgassen uit de atmosfeer permanent of langdurig worden verwijderd, worden steeds vaker gezien als een onderdeel in de gereedschapskist voor klimaatbeleid. Dit onderzoek, in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, brengt de verschillende aspecten van dit onderwerp in kaart. Het geeft een actueel beeld van de toekomstige behoefte, aanbod en mogelijke tijdpaden voor negatieve emissies, gaat in op de rol van CCS, en geeft inzicht in de behoefte aan en de opties voor beleid.
We concluderen dat de ontwikkeling en realisatie van grootschalige, permanente koolstofverwijdering uit de atmosfeer cruciaal zijn om de klimaatdoelen te halen, vanwege restemissies en overschrijding van de mondiale klimaatdoelen. Er is ook een groot scala aan technologieën beschikbaar voor negatieve emissies, variërend van bebossing tot biochemie met ondergrondse opslag van de biogene CO2.
We zien echter ook dat de ontwikkeling en opschaling van deze maatregelen naar een niveau dat voldoende is om de restemissies en mondiale overshoot te compenseren veel tijd en inspanning gaat kosten, en het daadwerkelijk resultaat is nog onzeker. Het potentieel voor koolstofverwijdering hangt sterk af van de beleidsinzet, de ontwikkelingen in de energievoorziening en de industrie en het succes van onderzoeks- en innovatietrajecten. Gezien deze onzekerheden concluderen we dan ook dat het verlagen van de emissies en het beperken van de mondiale overschrijding van de 1,5°C-doelstelling cruciaal blijft om klimaatverandering tegen te gaan.
Omdat de ontwikkeling van beleid en technologieën vaak met lange doorlooptijden gepaard gaan is het belangrijk om snel een beleidskader op te zetten voor negatieve emissies. Aangezien bij dit onderwerp veel verschillende beleidsterreinen samen komen vergt de verdere ontwikkeling van negatieve emissies een integrale aanpak en een visie op de rol van koolstofverwijdering in de maatschappij en in het klimaatbeleid van de toekomst.