Dierlijke producten vormen een belangrijk onderdeel van het huidige Europese voedingspatroon. Maar de productie en consumptie van dierlijke producten leidt tot tal van milieuproblemen: mondiale opwarming, eutrofiëring van de grond en het water waardoor de biodiversiteit afneemt, uitstoot van ammoniak waardoor secundaire fijnstof wordt gevormd die schadelijk is voor de gezondheid van de mens, en extensieve landbouw die ten koste gaat van de natuur en de biodiversiteit.
Deze effecten brengen ‘externe kosten’ voor de samenleving met zich mee, omdat ze niet (volledig) worden doorberekend in de prijs van dierlijke producten. De externe kosten vormen de onbetaalde rekening van de consumptie van dierlijke producten. In het kader van deze studie hebben we een schatting gemaakt van de externe kosten voor het milieu van dierlijke producten: (zowel van rund- en kalfsvlees als vlees van melkkoeien), varkensvlees, kip, eieren en (harde) kaas. Het blijkt dat de externe kosten flink kunnen oplopen, variërend van € 0,34 voor een liter melk tot ruim € 10 per kg rundvlees. Deze externe kosten worden voornamelijk veroorzaakt door de uitstoot van broeikasgassen plus ammoniak afkomstig van mestverwerking en toepassing als meststof (plus kunstmest) voor het verbouwen van gewassen die dienen als diervoer.
In deze studie hebben we drie beleidsmaatregelen onderzocht om deze milieukosten door te berekenen aan consumenten:
Vanuit juridisch oogpunt zijn al drie de maatregelen mogelijk. Maar hoewel alle drie maatregelen geïmplementeerd kunnen worden, verdienen de heffing van accijns en het EU-emissiehandelssysteem extra aandacht. Er bestaan namelijk vragen over de praktische invulling hiervan, bijvoorbeeld wie de accijns moet dragen en hoe deze maatregel moet worden toegepast op import en export. Afschaffing van het lagere btw-tarief voor dierlijke producten in EU-lidstaten is het makkelijkst te implementeren. Diverse landen, waaronder Bulgarije, Denemarken en de drie Baltische staten, kennen geen lager btw-tarief voor vlees en zuivel. Andere landen zouden hun voorbeeld kunnen volgen. Dit zou de vleesconsumptie met ca. 10% verlagen voor rundvlees en met 8% voor kip en varkensvlees. Hoewel een hoger btw-tarief eenvoudig te implementeren is, brengt dit wel één nadeel met zich mee: deze maatregel dekt niet alle externe kosten van vleesconsumptie. Om dit te overbruggen zijn aanvullende maatregelen het overwegen waard, als aanvulling op de verhoging van het btw-tarief of als vervanging daarvan.
Dit project omvat een hoofdrapport (beschikbaar om te downloaden op deze pagina) en twee subrapporten:
Om andere rapporten over de externe kosten van vlees en andere voedingsmiddelen te bekijken, zie De echte prijs van vlees en Duurzaamheidsbijdrage vlees.